Belicht je foto's zoals Rembrandt
In een eerdere blog hadden we het over Caravaggio, de Italiaanse kunstenaar wiens innovatieve gebruik van licht ook de filmproducenten en -regisseurs van nu nog inspireert. Zijn schilderijen hebben ook de fotografie sterk beïnvloed. In deze blog gaan we het hebben over iemand die zó invloedrijk voor de fotografie was, dat er een belichtingstechniek naar hem is vernoemd: Rembrandt van Rijn.
Rembrandt werd in 1606 in Nederland geboren als het negende kind van zeer religieuze ouders; zijn moeder was rooms-katholiek en zijn vader Nederlands-hervormd. Het geloof zou zijn werken sterk beïnvloeden. Hij ging eerst naar de Latijnse school en werd daarna ingeschreven bij de Universiteit van Leiden, de oudste universiteit van Nederland, maar zijn hart lag bij de schilderkunst. Hij ging in de leer bij verschillende kunstenaars in Leiden en Amsterdam en opende uiteindelijk zijn eigen studio in Leiden. Daar ontwikkelde hij zijn unieke belichtingstechniek—een techniek die nu nog steeds veel wordt gebruikt in de portretfotografie.
De schoonheid van Rembrandts lichtgebruik zit hem in de eenvoud. In de fotografie is de belichting er meestal op gericht het onderwerp zoveel mogelijk te belichten. Met deze techniek wordt echter een kant van het gezicht subtiel onbelicht gelaten, met een kleine driehoek van licht op de wang—kenmerkend voor Rembrandt. Deze belichting is heel flatteus, omdat het gezicht slanker oogt en de jukbeenderen meer definitie krijgen. Ook is het een eenvoudige manier om een portret dat anders misschien vrij gewoontjes was geweest sfeervoller en intrigerender te maken.
Heb je zin gekregen om het zelf te proberen? Volg dan onze stapsgewijze uitleg hieronder. We kunnen niet garanderen dat je net zo succesvol zult worden als Rembrandt maar wel dat je portretfoto's er fantastisch uit zullen zien.
Uitleg: Rembrandt-belichting
- Denk voordat je begint met het creëren van de scène na over wat je als lichtbron gaat gebruiken. Dit kan een raam zijn waar veel licht doorheen valt, een stroboscooplamp, een softbox of iets vergelijkbaars.
- Nu je een lichtbron hebt gekozen, moet je kijken of deze niet te fel is. Als je natuurlijk licht gebruikt, kun je eventueel een dun, wit doek voor het raam plaatsen zodat schaduwen lichter en minder opvallend worden. Als je een stroboscooplamp of iets vergelijkbaars gebruikt, is een witte paraplu ideaal.
- Plaats je onderwerp zo dat het licht in een hoek van 45 graden op hem of haar schijnt. Als je een groot raam als lichtbron gebruikt, kan het handig zijn om het licht dat op lager dan ooghoogte binnenkomt, te blokkeren.
- Laat je onderwerp een klein beetje van het licht wegdraaien tot de schaduw van de neus zorgt voor de welbekende driehoek van licht op de wang. Experimenteer zoveel als je wilt totdat je de meest flatteuze hoek hebt gevonden.
- Zodra je de positie hebt gevonden die je onderwerp het beste laat uitkomen, kun je aan het werk. Als je al deze onderdelen goed hebt uitgevoerd, zul je meteen een verschil zien in de foto's die je maakt.
